
Geschiedenis van Breda
De naam Breda dook voor het eerst op in een oorkonde van het jaar 1125, als nederzetting op de plaats waar de riviertjes de Mark en de Aa samenvloeien.
In 1252 kreeg Breda stadsrechten en aan het begin van de 14de eeuw werd de stad ommuurd. Rondom de stad liggen singels en lopen de straten in een soort ovaalvorm. Dit is een opvallend kenmerk van oude vestingsteden.
In 1404 zette de Duitse edelman Engelbrecht van Nassau als eerste Nassau voet op de Nederlandse bodem. Hij trouwde met de Bredase Johanna van Polanen en zo werd Breda Nassaustad. Hierdoor kreeg Breda het aanzien van een hofstad. Zij hoorde namelijk tot de machtigste adel in het rijk van Karel V. Er zijn veel monumenten in de binnenstad die herinneren aan die verre voorouders van onze koninklijke familie. Ieder jaar op Tweede Pinksterdag viert Breda zijn band met de Nassaus tijdens de drukbezochte Nassaudag.

De stad bloeide op. Er was een open verbinding met de zee en hierdoor was internationale handel mogelijk. Bovendien werd de stad in 1449 een belangrijk bedevaartsplaats, omdat de Hostie van Niervaert naar Breda werd overgebracht. Dit eindigde toen de hostie tijdens de Beeldenstorm verloren ging.
Breda kreeg met nog meer tegenslag te maken toen Willen van Oranje in Delft werd dood geschoten, en, vanwege de Spaanse bezetting, daar werd begraven. Voor de nakomelingen van Willem van Oranje was hun laatste rustplaat niet meer in de Bredase Grote Kerk. Breda werd alle tegenslagen niet als de voor ogen geziene hofstad van de Staatse Nederlanden en verloor door de scheiding der Nederlanden zijn centrale ligging. Het ging snel achteruit met de stad. Ongeveer 200 jaar geleden wist Breda zich te herpakken en kwam opnieuw tot bloei.
Maak jouw eigen website met JouwWeb